DE KLAS VAN MEESTER WILFRED
EEN VAN DE KINDEREN IS VANESSA
Terugkijkend op haar pubertijd: ‘Toen mijn moeder mij voor de zoveelste keer met een tennisracket in elkaar wilde slaan, was de maat vol. Het voelde echt alsof er jaren van opgekropte woede samen kwamen. Ik pakte het racket van haar af en sloeg terug. Ik sloeg en schopte haar tot ze achterover op de bank viel. Ik weet nog zo goed dat ik met mijn gezicht heel dicht bij het hare was en zei: “Jee, wat ben je eigenlijk lelijk”. Mijn moeder was te verbaasd om iets terug te zeggen maar ze heeft me nooit meer geslagen.
Ik werd dus toch uit huis geplaatst en heb gewoond op jeugdzorgplekken als De Terp en De Glind. Maar het maakt niet uit waar ik was, overal ging het mis en altijd wilde ik weer naar huis, altijd werd ik teruggedreven naar de plek waar ik eigenlijk ook niet wilde zijn, maar die wel het meest vertrouwd was. En altijd was het weer ruzie.
Mensen zeggen nog wel eens tegen me: “Dat jij je moeder nog bleef zien, Vanessa”. Ze snappen het niet. Ik kon geen rust vinden als ik niet thuis was. Ik was op andere plekken agressief en opstandig, omdat dan toch weer mijn moeder miste en naar huis wilde, ook al was me verteld dat mijn moeder in de war was en rare dingen kon doen. Het was toch mijn moeder.
Over hoe het nu is:
De laatste tijd heeft Vanessa steeds meer last van het verleden. Binnenkort wordt ze tijdelijk opgenomen om een behandeling te ondergaan. Hoe krachtig je jezelf ook ontwikkelt en hoeveel je ook aan kan, het verleden loert altijd om op een moment je kwetsbaarheid
naar boven te halen. Vaak kan je je daartegen wapenen, maar niet altijd.
Vanessa weet dat als geen ander.
Bestel het boek
"*" geeft vereiste velden aan